“Kan ik een IVA-uitkering krijgen als mijn situatie niet meer verbetert, maar ik toch werk?”

Antwoord van Nicoline:

Het is goed dat je deze vraag stelt, want er zijn veel misverstanden over de IVA-uitkering. De IVA is bedoeld voor mensen die volledig én duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Duurzaam betekent dat je beperkingen blijvend zijn en niet of nauwelijks zullen verbeteren. Maar alleen duurzaam is niet genoeg om automatisch recht te hebben op een IVA.

Bij de beoordeling van een WIA-uitkering gaat het niet alleen om wat je medische situatie is, maar ook om de vraag hoeveel je nog kunt verdienen. Dat wordt jouw restverdiencapaciteit genoemd. De arbeidsdeskundige van het UWV beoordeelt je verdiencapaciteit op twee manieren: theoretisch en praktisch. Vanaf 1 juli 2024 geldt echter dat als je op het moment van de WIA-beoordeling al passend werk verricht en dit duurzaam kunt volhouden, alleen de praktische beoordeling wordt toegepast. Dit betekent dat het UWV in dat geval niet meer kijkt naar functies die je theoretisch zou kunnen uitvoeren. Werk je niet, dan wordt de theoretische beoordeling uitgevoerd. Hieronder leg ik beide manieren in het kort uit:

1. In theorie

De arbeidsdeskundige kijkt naar welke functies jij, met jouw beperkingen, op papier nog zou kunnen uitvoeren. Dit gebeurt op basis van de beperkingen die de verzekeringsarts in de FML (Functionele Mogelijkhedenlijst) heeft vastgelegd.

De arbeidsdeskundige zoekt naar banen die bij jouw belastbaarheid passen. Denk bijvoorbeeld aan functies waarbij je minder hoeft te staan of lopen, of werk waarbij je niet onder hoge tijdsdruk staat. Het maakt daarbij niet uit of je die banen leuk vindt of dat ze totaal anders zijn dan je huidige werk.

Op basis van de functies die worden gevonden, kan ook worden berekend wat je in theorie kunt verdienen. Dit wordt vergeleken met wat je verdiende voordat je ziek werd. Het verschil daartussen wordt omgerekend in een arbeidsongeschiktheidspercentage.

2. In de praktijk

Het UWV kijkt ook naar wat je op dit moment verdient met de 12 uur die je werkt. Ze vergelijken dat met het salaris dat je had toen je nog fulltime werkte. Stel dat je voorheen een fulltime salaris had van €3.000 per maand. Werk je nu 12 uur per week en verdien je daarmee bijvoorbeeld €900 per maand? Dan berekent het UWV jouw arbeidsongeschiktheidspercentage door de volgende rekensom:

Oude loon – nieuwe loon / oude loon *100
€ 3.000,- min € 900,- / € 3.000,- = 0,70
0,70 * 100 = 70%

Je zou dan volgens de berekening een WIA uitkering krijgen op basis van 70% arbeidsongeschiktheid. Daarmee kom je in de WGA terecht en niet in de IVA. Ook al zegt de verzekeringsarts dat je situatie niet meer zal verbeteren.

Veel mensen denken dat als de verzekeringsarts zegt dat hun beperkingen blijvend zijn, ze recht hebben op IVA. Maar dat klopt niet. De arbeidsdeskundige kijkt altijd naar wat je nog kunt verdienen. Dat is een belangrijke factor in de beoordeling. Pas als er sprake is van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100% én er is geen verbetering meer te verwachten, dan wordt het IVA.

Kortom:
Hoewel blijvende beperkingen belangrijk zijn voor de beoordeling, is dat op zichzelf niet genoeg voor een IVA-uitkering. Het UWV kijkt ook naar je arbeidsongeschiktheidspercentage. Komt dat percentage niet boven de 80% uit? Dan is er geen recht op een IVA, zelfs als jouw situatie blijvend is.

Het gesprek met de verzekeringsarts is een belangrijk onderdeel van de WIA-keuring. Wil je zeker weten dat je goed voorbereid bent? In mijn online minicursus leg ik stap voor stap uit wat je kunt verwachten en hoe je jouw situatie duidelijk en volledig kunt uitleggen. Zo vergroot je de kans op een beoordeling die écht bij jouw situatie past.

Ook Wegwijs in de WIA worden?

Wil je meer weten over de WIA? En begrijpen hoe het werkt en wat alles betekent? In mijn boek “Wegwijs in de WIA” heb ik helemaal uitgelegd hoe de WIA werkt in begrijpelijke taal.

Heb je zelf een vraag? Stel hem hieronder

En wie weet beantwoord ik deze de volgende keer

 

 

dit veld niet invullen s.v.p.